verzeker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: verzeker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ver·ze·ker
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzekeren |
verzeker
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzekeren
- Ik verzeker.
- gebiedende wijs van verzekeren
- Verzeker!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzekeren
- Verzeker je?
Gangbaarheid
- Het woord verzeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.