vestigde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vestigde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ves·tig·de

Werkwoord

vervoeging van
vestigen

vestigde

  1. enkelvoud verleden tijd van vestigen
    • Ik vestigde. 
    • Jij vestigde. 
    • Hij, zij, het vestigde. 

Gangbaarheid

  • Het woord vestigde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.