viert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  viert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • viert

Werkwoord

vervoeging van
vieren

viert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vieren
    • Jij viert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vieren
    • Hij viert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vieren
    • Viert! 

Gangbaarheid

  • Het woord viert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.