vigileer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vigileer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·gi·leer

Werkwoord

vervoeging van
vigileren

vigileer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vigileren
    • Ik vigileer. 
  2. gebiedende wijs van vigileren
    • Vigileer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vigileren
    • Vigileer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord vigileer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.