violare
Latijn
Uitspraak
- IPA: /vioˈlaːrɛ/
Woordafbreking
- vio·la·re
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
violāre | violō | violāvi | violātus |
eerste vervoeging | volledig |
Werkwoord
violāre
- geweld aandoen, verkrachten, mishandelen
- schenden
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
violar |
violare
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.