virða

Oudnoords

Woordafbreking
  • vir·ða
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
virða
virir
virdi
virt
Klasse 3 zwak volledig

Werkwoord

virða

  1. ramen, afmikken
  2. waarderen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.