visiteert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  visiteert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vi·si·teert

Werkwoord

vervoeging van
visiteren

visiteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren
    • Jij visiteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van visiteren
    • Hij visiteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van visiteren
    • Visiteert! 

Gangbaarheid

  • Het woord visiteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.