visker

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ʋiskəɾ /
Woordafbreking
  • vis·ker
Naar frequentie 9659

Zelfstandig naamwoord

visker

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van visk [A]
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.