vleierde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vleierde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vlei·er·de

Werkwoord

vervoeging van
vleieren

vleierde

  1. enkelvoud verleden tijd van vleieren
    • Ik vleierde. 
    • Jij vleierde. 
    • Hij, zij, het vleierde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.