vleierde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vleierde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vlei·er·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vleieren |
vleierde
- enkelvoud verleden tijd van vleieren
- Ik vleierde.
- Jij vleierde.
- Hij, zij, het vleierde.
- Ik vleierde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.