vloeide uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vloeide uit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vloei·de uit

Werkwoord

vervoeging van
uitvloeien

vloeide uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitvloeien
    • Ik vloeide uit. 
    • Jij vloeide uit. 
    • Hij, zij, het vloeide uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord vloeide uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.