volplak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volplak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·plak

Werkwoord

vervoeging van
volplakken

volplak

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volplakken
    • ... dat ik volplak. 

Gangbaarheid

  • Het woord volplak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.