volpraatte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  volpraatte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vol·praat·te

Werkwoord

vervoeging van
volpraten

volpraatte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van volpraten
    • ... dat ik volpraatte. 
    • ... dat jij volpraatte. 
    • ... dat hij, zij, het volpraatte. 

Gangbaarheid

  • Het woord volpraatte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.