voorbereidend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorbereidend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvorbəˌrɛidənt/
Woordafbreking
  • voor·be·rei·dend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: voorbereiden
verbogen vorm: voorbereidende

voorbereidend

  1. onvoltooid deelwoord van voorbereiden
stellend
onverbogen voorbereidend
verbogen voorbereidende
partitief voorbereidends

Bijvoeglijk naamwoord

voorbereidend

  1. om te zorgen dat men klaar is voor iets wat in de toekomst gaat gebeuren

Gangbaarheid

  • Het woord voorbereidend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.