voorbijreed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorbijreed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·bij·reed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbijrijden |
voorbijreed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbijrijden
- ... dat ik voorbijreed.
- ... dat jij voorbijreed.
- ... dat hij, zij, het voorbijreed.
- ... dat ik voorbijreed.
Gangbaarheid
- Het woord voorbijreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.