voorkom

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• Geluid:  vóórkom    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈvorkɔm / (2 lettergrepen); /ˈvɔːrkɔm/
• Geluid:  voorkóm    (hulp, bestand)
  • IPA: / vorˈkɔm / (2 lettergrepen); /vɔːrˈkɔm/

Woordafbreking

• voor·kom

Werkwoord

vóórkom

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
   

   • ... dat ik vóórkom. 

   «Dit zijn de video's waarin ik voorkom.»

   Dit zijn de video's waarin je mij kunt vinden.

Werkwoord

voorkóm

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
   

   • Ik voorkom. 

2. gebiedende wijs van voorkomen
   

   • Voorkom! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorkomen
   

   • Voorkom je? 

   «Ik voorkom misverstanden door duidelijk te spreken»

   Doordat ik duidelijk spreek, zorg ik dat er geen misverstanden zijn.

Gangbaarheid

• Het woord voorkom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

• vóórkom:

  geluid

• voorkóm:

  Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Werkwoord

vóórkom

1. vóórkomen

Werkwoord

voorkóm

1. voorkómen