voorseizoentje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  voorseizoentje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • voor·sei·zoen·tje

Zelfstandig naamwoord

hetvoorseizoentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord voorseizoen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.