voorzegde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorzegde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·zeg·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorzeggen |
voorzegde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorzeggen
- ... dat ik voorzegde.
- ... dat jij voorzegde.
- ... dat hij, zij, het voorzegde.
- ... dat ik voorzegde.
vervoeging van |
---|
voorzeggen |
voorzegde
- enkelvoud verleden tijd van voorzeggen
- Ik voorzegde.
- Jij voorzegde.
- Hij, zij, het voorzegde.
- Ik voorzegde.
Gangbaarheid
- Het woord voorzegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.