vries vast

Uitspraak

• Geluid:  vries vast    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• vries vast

Woordherkomst en -opbouw

• uit vries (werkwoord) en vast, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

vries vast

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen
   

   • Ik vries vast. 

2. gebiedende wijs van vastvriezen
   

   • Vries vast! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastvriezen
   

   • Vries je vast? 

Gangbaarheid

• Het woord vries vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.