vrijspraken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vrijspraken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vrij·spra·ken

Werkwoord

vervoeging van
vrijspreken

vrijspraken

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vrijspreken
    • ...dat wij vrijspraken. 
    • ...dat jullie vrijspraken. 
    • ...dat zij vrijspraken. 

Zelfstandig naamwoord

devrijsprakenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vrijspraak

Gangbaarheid

  • Het woord vrijspraken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.