vuurde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuurde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vuur·de

Werkwoord

vervoeging van
vuren

vuurde

  1. enkelvoud verleden tijd van vuren
    • Ik vuurde. 
    • Jij vuurde. 
    • Hij, zij, het vuurde. 

Gangbaarheid

  • Het woord vuurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.