vuurspuwt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vuurspuwt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vuur·spuwt

Werkwoord

vervoeging van
vuurspuwen

vuurspuwt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuurspuwen
    • ... dat jij vuurspuwt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuurspuwen
    • ... dat hij vuurspuwt. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.