waarschuw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: waarschuw (hulp, bestand)
- IPA: /ˈʋaːrsxyu/
Woordafbreking
- waar·schuw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
waarschuwen |
waarschuw
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarschuwen
- Ik waarschuw.
- gebiedende wijs van waarschuwen
- Waarschuw!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waarschuwen
- Waarschuw je?
Gangbaarheid
- Het woord waarschuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.