walkte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: walkte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- walk·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
walken |
walkte
- enkelvoud verleden tijd van walken
- Ik walkte.
- Jij walkte.
- Hij, zij, het walkte.
- Ik walkte.
Gangbaarheid
- Het woord walkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.