walkte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  walkte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • walk·te

Werkwoord

vervoeging van
walken

walkte

  1. enkelvoud verleden tijd van walken
    • Ik walkte. 
    • Jij walkte. 
    • Hij, zij, het walkte. 

Gangbaarheid

  • Het woord walkte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.