wederleg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wederleg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- we·der·leg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wederleggen |
wederleg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wederleggen
- Ik wederleg.
- gebiedende wijs van wederleggen
- Wederleg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wederleggen
- Wederleg je?
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.