weekendde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weekendde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- week·end·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weekenden |
weekendde
- enkelvoud verleden tijd van weekenden
- Ik weekendde.
- Jij weekendde.
- Hij, zij, het weekendde.
- Ik weekendde.
Gangbaarheid
- Het woord weekendde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.