weekt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekt    (hulp, bestand)
  • IPA: /wekt/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /ʋekt/
    • (Vlaanderen, Brabant): /β̞ekt/
    • (Limburg): /wekt/
Woordafbreking
  • weekt

Werkwoord

vervoeging van
weken

weekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weken
    • Jij weekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weken
    • Hij weekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van weken
    • Weekt! 

Gangbaarheid

  • Het woord weekt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.