weekte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weekte    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwektə/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈʋek.tə/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈβ̞ek.tə/
    • (Limburg): /ˈwek.tə/
Woordafbreking
  • week·te

Werkwoord

vervoeging van
weken

weekte

  1. enkelvoud verleden tijd van weken
    • Ik weekte. 
    • Jij weekte. 
    • Hij, zij, het weekte. 

Gangbaarheid

  • Het woord weekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.