weerkaats

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weerkaats    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weer·kaats

Werkwoord

vervoeging van
weerkaatsen

weerkaats

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen
    • Ik weerkaats. 
  2. gebiedende wijs van weerkaatsen
    • Weerkaats! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weerkaatsen
    • Weerkaats je? 

Gangbaarheid

  • Het woord weerkaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.