weerklonk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weerklonk (hulp, bestand)
Woordafbreking
- weer·klonk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weerklinken |
weerklonk
- enkelvoud verleden tijd van weerklinken
- Ik weerklonk.
- Jij weerklonk.
- Hij, zij, het weerklonk.
- Ik weerklonk.
Gangbaarheid
- Het woord weerklonk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.