weerlegde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  weerlegde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • weer·leg·de

Werkwoord

vervoeging van
weerleggen

weerlegde

  1. enkelvoud verleden tijd van weerleggen
    • Ik weerlegde. 
    • Jij weerlegde. 
    • Hij, zij, het weerlegde. 
  2. verbogen vorm van weerlegd, voltooid deelwoord van weerleggen

Gangbaarheid

  • Het woord weerlegde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.