went

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  went    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • went

Werkwoord

vervoeging van
wennen

went

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wennen
    • Jij went. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wennen
    • Hij went. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van wennen
    • Went! 

Gangbaarheid

  • Het woord went staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Limburgs

Woordherkomst en -opbouw
  • Komt van de oudere vorm wend.
Uitspraak
  • IPA: /(x)wænt/ (Etsbergs)

Voegwoord

went

  1. want
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.