wiederholen
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- wie·der·ho·len
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wiederholen [viːdɐˈhoːlən] |
wiederholte [viːdɐˈhoːltə] |
wiederholt [viːdɐˈhoːlt] |
volledig |
Werkwoord
wiederholen
- overgankelijk herhalen
- «Könnten Sie das bitte wiederholen?»
- Kunt u dat alstublieft herhalen?
- «Könnten Sie das bitte wiederholen?»
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.