wiesde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wiesde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wies·de

Werkwoord

vervoeging van
wiezen

wiesde

  1. enkelvoud verleden tijd van wiezen
    • Ik wiesde. 
    • Jij wiesde. 
    • Hij, zij, het wiesde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.