wiesde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wiesde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wies·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wiezen |
wiesde
- enkelvoud verleden tijd van wiezen
- Ik wiesde.
- Jij wiesde.
- Hij, zij, het wiesde.
- Ik wiesde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.