wijkpredikantje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  wijkpredikantje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wijk·pre·di·kant·je

Zelfstandig naamwoord

hetwijkpredikantjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord wijkpredikant
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.