woningeigenaartje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  woningeigenaartje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • wo·ning·ei·ge·naar·tje

Zelfstandig naamwoord

hetwoningeigenaartjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord woningeigenaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.