zaagde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zaag·de

Werkwoord

vervoeging van
zagen

zaagde

  1. enkelvoud verleden tijd van zagen
    • Ik zaagde. 
    • Jij zaagde. 
    • Hij, zij, het zaagde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaagde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.