zadelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zadelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • za·del·de

Werkwoord

vervoeging van
zadelen

zadelde

  1. enkelvoud verleden tijd van zadelen
    • Ik zadelde. 
    • Jij zadelde. 
    • Hij, zij, het zadelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zadelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.