zakendeed
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zakendeed (hulp, bestand)
Woordafbreking
- za·ken·deed
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| zakendoen |
zakendeed
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zakendoen
- ... dat ik zakendeed.
- ... dat jij zakendeed.
- ... dat hij, zij, het zakendeed.
- ... dat ik zakendeed.
Gangbaarheid
- Het woord zakendeed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.