zetelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ze·tel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zetelen |
zetelde
- enkelvoud verleden tijd van zetelen
- Ik zetelde.
- Jij zetelde.
- Hij, zij, het zetelde.
- Ik zetelde.
Gangbaarheid
- Het woord zetelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.