zetelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zetelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ze·telt

Werkwoord

vervoeging van
zetelen

zetelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zetelen
    • Jij zetelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zetelen
    • Hij zetelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zetelen
    • Zetelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord zetelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.