ziedde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziedde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zied·de

Werkwoord

vervoeging van
zieden

ziedde

  1. enkelvoud verleden tijd van zieden
    • Ik ziedde. 
    • Jij ziedde. 
    • Hij, zij, het ziedde. 

Gangbaarheid

  • Het woord ziedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.