ziet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ziet    (hulp, bestand)
  • IPA: /zit/
Woordafbreking
  • ziet

Werkwoord

vervoeging van
zien

ziet

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zien
    • Jij ziet. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zien
    • Hij ziet. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zien
    • Ziet! 

Gangbaarheid

  • Het woord ziet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.