zigzagden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zigzagden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zig·zag·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zigzaggen |
zigzagden
- meervoud verleden tijd van zigzaggen
- Wij zigzagden.
- Jullie zigzagden.
- Zij zigzagden.
- Wij zigzagden.
Gangbaarheid
- Het woord zigzagden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.