zigzagden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zigzagden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zig·zag·den

Werkwoord

vervoeging van
zigzaggen

zigzagden

  1. meervoud verleden tijd van zigzaggen
    • Wij zigzagden. 
    • Jullie zigzagden. 
    • Zij zigzagden. 

Gangbaarheid

  • Het woord zigzagden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.