zijpelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zijpelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zij·pel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zijpelen |
zijpelde
- enkelvoud verleden tijd van zijpelen
- Ik zijpelde.
- Jij zijpelde.
- Hij, zij, het zijpelde.
- Ik zijpelde.
Gangbaarheid
- Het woord zijpelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.