zinspeelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zinspeelde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zin·speel·de

Werkwoord

vervoeging van
zinspelen

zinspeelde

  1. enkelvoud verleden tijd van zinspelen
    • Ik zinspeelde. 
    • Jij zinspeelde. 
    • Hij, zij, het zinspeelde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zinspeelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.