zipte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zipte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zip·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zippen |
zipte
- enkelvoud verleden tijd van zippen
- Ik zipte.
- Jij zipte.
- Hij, zij, het zipte.
- Ik zipte.
Gangbaarheid
- Het woord zipte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.