zoefde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoefde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoef·de

Werkwoord

vervoeging van
zoeven

zoefde

  1. enkelvoud verleden tijd van zoeven
    • Ik zoefde. 
    • Jij zoefde. 
    • Hij, zij, het zoefde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoefde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.