zoemde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoemde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zoem·de

Werkwoord

vervoeging van
zoemen

zoemde

  1. enkelvoud verleden tijd van zoemen
    • Ik zoemde. 
    • Jij zoemde. 
    • Hij, zij, het zoemde. 

Gangbaarheid

  • Het woord zoemde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.