zomercursusje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zomercursusje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zo·mer·cur·sus·je

Zelfstandig naamwoord

hetzomercursusjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zomercursus
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.