zuimde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zuimde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zuim·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zuimen |
zuimde
- enkelvoud verleden tijd van zuimen
- Ik zuimde.
- Jij zuimde.
- Hij, zij, het zuimde.
- Ik zuimde.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.