zuimde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zuimde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • zuim·de

Werkwoord

vervoeging van
zuimen

zuimde

  1. enkelvoud verleden tijd van zuimen
    • Ik zuimde. 
    • Jij zuimde. 
    • Hij, zij, het zuimde. 
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.